NEN heeft onlangs een nieuwe methode gepubliceerd om risico’s op explosies te beoordelen in gevaarlijke zones: de Ex-LOPA-methode. Deze methode is een aanvulling op de traditionele HAZOP-LOPA.
In gevaarlijke gebieden kan tijdens normaal bedrijf minstens één keer per jaar of vaker een explosieve sfeer ontstaan. Bij de Ex-LOPA-methode wordt gekeken naar afwijkingen in normaal bedrijf die kunnen leiden tot mogelijke ontstekingsbronnen.
Kans op actieve ontstekingsbronnen
De kans dat deze mogelijke ontstekingsbronnen actief worden, is geschat op basis van internationale normen voor het gebruik van apparatuur in gevaarlijke gebieden. En op basis van studies naar ontstekingsbronnen op offshore olie- en gasinstallaties onder echte omstandigheden.
IPL’s en RRF’s
Uiteenlopende technische en organisatorische maatregelen voor explosiepreventie en -beveiliging worden aangeduid als onafhankelijke beveiligingslagen (IPL's). Voor specifieke soorten maatregelen worden Risico-reductiefactoren (RRF's) voorgesteld.
Kans op restontsteking
De Ex-LOPA-methode laat zien dat er een verschil kan zijn tussen het risico van ontsteking in een gevaarlijke zone en de beoordeling van het explosierisico. Voor Ex-apparatuur voor verschillende zonetypes, ligt de kans op restontsteking in sommige situaties tussen 10-3 en 10-4 per jaar. Daarom zijn er mogelijk extra maatregelen nodig om het explosierisico van gevaarlijke atmosferen te verlagen, afhankelijk van het risicobeleid van het bedrijf.
Lees het volledige rapport ‘Ex-LOPA method for the assessment of explosion risks in hazardous areas’
Bron: NEN