De Rijksoverheid heeft het rapport ‘Wat werkt voor de toekomst’ - een ambtelijk onderzoek dat onafhankelijk van de politiek is uitgevoerd door verschillende ministeries, de Arbeidsinspectie, CPB en SCP - gepresenteerd. Op basis van de bevindingen uit dit document wil het kabinet meer grip krijgen op de instroom, inzet en huisvesting van arbeidsmigranten in Nederland. De plannen richten zich op het verbeteren van leef- en werkomstandigheden, het voorkomen van misbruik, en het versterken van de bestuurlijke regie.
Arbeidsmigratie is voor veel sectoren essentieel —land- en tuinbouw, logistiek, techniek en de zorg. Tegelijkertijd stapelen de signalen zich op over ontoereikende huisvesting, uitbuiting via uitzendconstructies en druk op de openbare ruimte. In het document erkent het kabinet dat de huidige praktijk tot ‘onwenselijke situaties’ leidt, en dat er ‘stelselmatig meer regie’ nodig is.
Een van de belangrijkste voorstellen is het instellen van regionale taakstellingen voor de huisvesting van arbeidsmigranten, vergelijkbaar met die voor statushouders. Gemeenten krijgen daarmee een duidelijke opdracht, maar ook ondersteuning in de vorm van beleidsruimte en middelen. Het rijk wil daarbij waarborgen dat de kwaliteit van huisvesting voldoet aan minimumnormen, en dat tijdelijke woonvormen niet ontaarden in permanente overbewoning.
Daarnaast wordt ingezet op:
- betere registratie en monitoring van arbeidsmigranten in de BRP (Basisregistratie Personen);
- het aanpakken van malafide uitzendbureaus via een verplicht certificeringsstelsel;
- meer controle op arbeidsomstandigheden, met inzet van de Nederlandse Arbeidsinspectie;
- het stimuleren van werkgevers om arbeidsmigranten in dienst te nemen in plaats van via tussenpersonen.
Het document benadrukt dat arbeidsmigratie geen ‘economisch automatisme’ moet zijn, maar een bewuste keuze waarin maatschappelijke belangen, draagkracht en fatsoenlijke arbeidsverhoudingen centraal staan. Daarbij hoort ook aandacht voor taal, integratie en sociale veiligheid. Gemeenten krijgen meer ruimte om eisen te stellen aan werkgevers die gebruikmaken van buitenlandse arbeidskrachten, bijvoorbeeld via vergunningen of convenanten.
De plannen zijn niet zonder controverse. Critici wijzen op het risico van afwenteling naar gemeenten, terwijl werkgeversorganisaties vrezen voor extra regeldruk en krapte op de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd is er brede steun voor de inzet op fatsoenlijke huisvesting en het tegengaan van uitbuiting. De SER en de Commissie-Roemer drongen hier eerder al op aan.
De kabinetsplannen betekenen een verschuiving van het speelveld: waar arbeidsmigratie eerst vooral een logistiek HR-thema was, komt nu ook ruimtelijke ordening, toezicht, arbeidshygiëne en sociale veiligheid nadrukkelijker in beeld.
De ‘bouwstenen’ vormen nog geen wetgeving, maar worden de komende maanden verder uitgewerkt in overleg met sociale partners, gemeenten en uitvoeringsorganisaties. In de Tweede Kamer wordt na de zomer een debat verwacht over de koers van het migratiebeleid.
Bron: Rijksoverheid